Type plan: beheersverordening
Naam van het plan: Nieuwenhagen-Lichtenberg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0882.BVLICHTENBERG02001-VG01

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen
  2. kantoor;
  3. horeca van categorie 2;
  4. consumentverzorging;
en tevens voor:
  1. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van het op de illustratie aangegeven besluitsubvlak 'detailhandel' (dh);
  2. een discotheek, uitsluitend ter plaatse van het op de illustratie aangegeven besluitsubvlak 'horeca van categorie 4' (h=4);
  3. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis, toegelaten overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 lid 4.3;
met daarbij behorende: 
  1. tuinen, erven en verhardingen;
  2. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. groenvoorzieningen;
  6. nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
 
Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. hoofdgebouwen ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik;
  2. de daarbij behorende bijgebouwen;
  3. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
 
6.2.2 Regels met betrekking tot hoofdgebouwen
 
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  1. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd achter de bestaande voorgevel waarbij de (voor-)gevel van het hoofdgebouw in of evenwijdig aan de voorgevel worden geplaatst (waarbij de voorgevel in de richting van de voorste perceelsgrens niet mag worden overschreden);
  2. het bouwperceel mag voor maximaal 50% worden bebouwd; 
  3. gebouwen worden gebouwd in maximaal twee bouwlagen, met dien verstande dat:
    1. ter plaatse van het op de illustratie aangegeven besluitsubvlak 'aantal bouwlagen' tot maximaal het aangegeven aantal bouwlagen mag worden gebouwd; 
    2. elke afzonderlijke bouwlaag maximaal 3,20 meter mag bedragen;
    3. ter plaatse van de op de illustratie aangegeven besluitsubvlakken 'detailhandel' en 'horeca van categorie 4' de eerste bouwlaag maximaal 4,50 meter mag bedragen en elke daarop volgende bouwlaag maximaal 3,20 meter bedraagt;
  4. de hoofdgebouwen mogen achter de bestaande voorgevel uitbreiden, met dien verstande dat de afstand tussen voor- en achtergevel, gemeten vanaf de voorgevel maximaal 17,00 meter mag bedragen;
  5. en op de in de bestemming begrepen gronden mogen:
    1. behoudens de bestaande woningen geen nieuwe woningen worden opgericht;
    2. bestaande woningen niet worden gesplitst;
    3. binnen de bestaande bebouwing geen extra woningen worden opgericht.
 
6.2.3 Regels met betrekking tot bijgebouwen, garages en carports
 
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
  1. de maximale oppervlakte van alle aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen en van garages/carports tezamen mag maximaal 70 m² bedragen voor het perceelsgedeelte gelegen op een afstand van 17,00 meter achter de voorgevel of de in het verlengde daarvan getrokken denkbeeldige lijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 lid 2.2, met dien verstande dat maximaal 50 % van het bouwperceel mag worden bebouwd;
  2. in afwijking van het bepaalde onder a. mag bij een bouwperceel groter dan 1000 m² de gezamenlijke oppervlakte van aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen en van garages/carports maximaal 130 m² bedragen met dien verstande dat maximaal 50 % van het bouwperceel mag worden bebouwd;
  3. de goothoogte van de aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen en van garages/carports mag maximaal 3,20 meter bedragen;
  4. de aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen en garages/carports worden gebouwd op minimaal 3,00 meter achter de voorgevel of de in het verlengde daarvan getrokken denkbeeldige lijn met dien verstande dat een garage/carport met de toegang gericht naar de weg gekeerde perceelsgrens tevens op een afstand van minimaal 5,00 meter tot een besluitvlak 'Verkeer' wordt gebouwd.
 
6.2.4 Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  1. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen garages/carports zijnde, mag maximaal 3,00 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte voor de voorgevel van het hoofdgebouw of de in het verlengde daarvan getrokken denkbeeldig lijn maximaal 1,00 meter en achter de voorgevel van het hoofdgebouw of de in het verlengde daarvan getrokken denkbeeldig lijn maximaal 2,00 meter mag bedragen met inachtneming van minimaal 1,00 meter van het openbaar toegankelijk gebied.
  2. Zwembaden, whirlpools, jacuzzi's of vijvers en vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht in het achtererfgebied met dien verstande dat de oppervlakte van zwembaden maximaal 100 m² per bouwperceel bedraagt en dat niet meer dan 50 % van het achtererfgebied is bebouwd met inachtneming van minimaal 1,00 meter tot de zijdelingse perceelsgrens.
 
6.3 Nadere eisen
6.3.1 Algemeen
 
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
  1. de situering en de afmetingen van de hoofdgebouwen en bijgebouwen;
  2. de situering en de afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.3.2 Voorwaarden stellen nadere eisen
 
De nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
  1. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld, dan wel indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing in de bestaande bebouwing;
  2. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Algemeen
 
De in artikel 6 lid 1 onder b. tot en met f. genoemde functies zijn uitsluitend op de begane grond toegestaan.
6.4.2 Verboden gebruik
 
Onder verboden gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen voor en/of als:
  1. een aan huis verbonden beroep of bedrijf, met uitzondering van aan huis verbonden beroepen overeenkomstig het in artikel 6 lid 4.3 bepaalde;
  2. mantelzorg, met uitzondering van mantelzorg overeenkomstig het in waarvoor artikel 6 lid 4.4 geldt;
  3. gebruik van gronden voor de naar de weg gekeerde voorgevel voor het stallen van voertuigen, kampeermiddelen en dergelijke, anders dan op een oprit, met uitzondering van de stalling van kampeermiddelen waarvoor het bepaalde in artikel 6 lid 4.5 geldt;
  4. het (bedrijfsmatig) verhuren van kamers aan derden die geen deel uitmaken van het huishouden/gezin;
  5. horeca, met uitzondering van horeca in de categorie 2 alsmede horeca van categorie 4 uitsluitend ter plaatse van het besluitsubvlak 'horeca van categorie 4' (h=4);
  6. detailhandel, met uitzonder van detailhandel ter plaatse van het besluitsubvlak 'detailhandel' (dh).
 
6.4.3 Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis
 
Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis zoals vermeld in bijlage 2 bij deze regels zijn binnen de woonfunctie toegestaan onder de volgende voorwaarden:
  1. niet meer dan 1/3 deel van het bruto vloeroppervlak van de woning met aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen mag voor de uitoefening van de beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten en de daarbij behorende opslag worden gebruikt, tot een maximum van 60 m²;
  2. vrijstaande bijgebouwen mogen niet voor de beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten worden gebruikt;
  3. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  4. er mag geen horeca en aan horeca verwante bedrijvigheid plaatsvinden;
  5. geen activiteiten zijn toegestaan waarvoor een omgevingsvergunningsplicht op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder e van de Wabo van toepassing is en/of een meldingsplicht op grond van andere milieuwetgeving;
  6. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van die woning te zijn. Deze persoon mag worden ondersteund door hoogstens één andere persoon, niet de bewoner zijnde. Deze laatstgenoemde ondersteunende andere persoon mag de activiteit niet zelfstandig ter plaatse uitoefenen;
  7. de noodzakelijke parkeervoorzieningen ten gevolge van de activiteit worden op eigen terrein gesitueerd conform de normen zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels: 'Parkeernota Landgraaf 2008, d.d. 4 december 2007'; 
  8. er mag geen opslag ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit op de onbebouwde grond plaatsvinden;
  9. er zijn geen reclames groter dan 0,5 m² ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit bij of aan de woning toegestaan.
 
6.4.4 Mantelzorg
 
Inwoning in het kader van mantelzorg is binnen de woonfunctie toegelaten, mits:
  1. inwoning plaatsvindt in het hoofdgebouw dan wel een aangebouwd bijgebouw;
  2. de oppervlakte voor inwoning in het hoofdgebouw maximaal 80 m² bedraagt;
  3. er sprake is van een aantoonbare noodzaak tot mantelzorg;
  4. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen de belangen van de omwonenden en bedrijven;
  5. na beëindiging van de noodzaak tot mantelzorg de voorzieningen ten behoeve van mantelzorg worden verwijderd.
 
6.4.5 Kampeermiddelen
 
Het stallen van eigen kampeermiddelen is toegestaan indien de stalling plaatsvindt in het achtererfgebied en achter het hoofdgebouw.